De geplande trip begint in Barbate Spanje en heeft geen einde. Hoe verder we zuid zeilen, hoe beter dat is. Geen einde maar wel een doel, namelijk op tijd komen op Lanzarote voor gepland bezoek.
De storm is nog maar net gaan liggen als we besluiten om de haven van Barbate te verlaten. Het is laat in de middag en we zeilen een steeds onrustiger wordend water op, richting de straat van Gibraltar. Geheel tegen onze verwachting in, waait het al snel weer net zo hard als voor ons vertrek en zijn de golven inmens geworden. Het natuurgeweld vormt geen bedreiging voor ons bootje maar het vermoeit wel de twee opvarenden.
We zijn het grootste gedeelte van de nacht in touw met water, wind en golven. De dag die erop volgt is te mooi om in slaap te vallen. De snelheid van onze oude sloep is fascinerend. Als het avond wordt zijn we beide al bijna 24 uur wakker. We besluiten dat we een paar uur rustige slaap verdiend hebben in de beschutte baai van Mohamedia. We komen daar om half vijf ’s nachts aan en vertrekken kort daarop bij het eerste licht van de ochtend. We hebben haast.
De opvolgende dag verloopt dromerig. We zijn beide niet helemaal wakker geworden van onze korte tussenstop. De paar uurtjes slaap smaken naar meer. Als onze biologische klok het donker herkent en vertelt dat we naar bed moeten, bekijken we de kaart nog eens goed. Op onze route ligt nog een beschutte baai. Het is Jorf Lasfar.
Op dezelfde minuut dat we onze koers aanpassen verandert de wereld. De gelige gloed aan de horizon verdwijnt en maakt plaats voor een kleur die we beide niet herkennen. Het is een surrealistiche ervaring. De sterren en de maan die aan de hemel staan zijn in één seconde opgelost. We noteren de plotselinge verandering in ons logboek en zeilen verder.
Het water wordt stiller. In het donker zien we niet precies wat er aan de hand is maar het lijkt alsof de weerspiegeling anders is dan normaal. De vergelijking met de blik in de ogen van een geslacht beest in de vitrine van de slager past nog het beste. De glans is doods.
De eerste van de vele AIS objecten op onze plotter wordt herkenbaar. Het is een enorme olietanker voor anker. Een mijl verderop ligt de volgende. Het zijn reusachtige gevaartes. Er branden natrium lampen maar er is geen teken van leven. Ze liggen er al een eeuwigheid en wilden ooit de haven in. Een onzichtbare hand lijkt ze tegen gehouden te hebben. Al spoedig varen we tussen de monsters in. Ze sluiten ons op. Er komen steeds meer. Beginnen ze op ons in te varen of lijkt dat maar zo?
Dan opeens zijn ook de metalen gevaartes opgelost. Als we achterom kijken zien we ze uiteen drijven. Ze hebben ons niet kunnen vangen.
Langzaam doemt de kust op uit de mistig geworden achtergrond. Er staan schoorstenen waar rook uit opstijgt. De onherkenbare gloed moet door deze nevel veroorzaakt worden, bedenken we. We proberen de spookachtige omgeving vast te leggen. Helaas blijft het schermpje van de camera zwart. Het toestel wil niets met deze beelden te maken hebben.
De zielloze visnetten drijven langszij als we dichter bij onze ankerplek komen. Het felle gele licht van de industrie komt nu door de nevel heen en verlicht onze boot. Het moet een sinister plaatje zijn maar er is niemand die het ziet. We minderen vaart en maken het anker gereed. Maar dan opeens is het er. Het laatste zintuig wat nog niet geprikkeld is, wordt nu gepijnigd. Aan de geur die ons omgeeft is niet te ontsnappen. Dit zou een rustplek voor ons zijn? Dan zou het wel onze laatste worden. De lucht is chemisch. Dode vissen drijven naast de boot. We zien een meeuw met twee koppen en drie vleugels. Plots begint mijn zij pijn te doen en heb ik moeite met adem halen.
Snel! Start de motor! Weg hier!
Het veld met de grote ijzeren reuzen waar we nogmaals doorheen moeten komt weer in zicht. De reuzen geven ons deze keer ruim baan. Ze maken een opening! We beseffen dat ze ons tegen hebben willen houden tijdens onze vaart naar de verdoemenis toe. Vriendelijke reuzen waren het.
Zodra we de laatste tankers gepasseerd zijn, krijgt het water weer een rimpeling. We kijken om, zou deze haven echt bestaan hebben?
Vrij vertaald uit Wikipedia:
Jorf Lasfar ( Arabisch voor “Yellow Cliffs”) is een diepwater commerciële haven gelegen aan de Atlantische kust van Marokko. Het wordt beschouwd als de tweede belangrijkste commerciele haven van Marocco (net na Casablanca ). Het is de thuisbasis van een snel groeiende industrie van kunstmest en petrochemische fabrieken (fosfor Maroc). De haven is goed uitgerust voor de uitvoer van fosfaaterts (vervoerd van Gantour en Ouled Abdoun ) en diverse chemische producten zoals zuivere zwavel, ammoniak en zwavelzuur . De stad is de thuisbasis van de grootste onafhankelijke krachtcentrale in het land voornamelijk gefinancierd door investeringen uit de Zweedse – Zwitserse bedrijf ABB Group en het Amerikaanse bedrijf CMS Energy – verantwoordelijk voor een derde van de totale energievoorziening van Marokko. De investering, $ 1,5 Biljoen, was de grootste buitenlandse investeringen op Marokkaanse bodem tot dan toe.